Over dantman13

Ik ben Danny Molenaar. Ik speel in de MK viertallen voor Het Witte Huis 2. Ik geef bridgetraining voor gevorderden. Daarnaast sta ik ook nog voor de klas in het basisonderwijs.

Data Subtoptraining 2018-19 bekend, aanmelden gestart!

De Leidschenhage subtoptraining blijft een succes, dus ook komend jaar gaan we door! Plezier in onze prachtige sport combineren we met leerzame lessen, het blijft een winnende combinatie voor een topdag. Vanaf dit seizoen kunnen we zelfs zeggen dat de trainers Nederland hebben vertegenwoordigd op het EK in Oostende. Waar vind je nog meer zo een affiche?

De Subtoptraining is voor iedereen die een leuke bridge dag wil hebben en die graag iets bijleert. Verder is er voor alle deelnemers gedurende het hele jaar de mogelijkheid om al je bridge gerelateerde vragen aan ons te stellen. Zo heb je dus in feite altijd toegang tot een coach.

We hebben weer een leuk programma gemaakt met 6 lessen. Leidschenhage sponsort de training nog steeds, waardoor de kosten gelijk blijven aan de vorige jaren: €60 voor leden en €120 voor niet-leden.

Alle informatie vind u ook op de poster in de bijlage, maar in het kort:

 

Datum Onderwerp trainer
15 september 2018 Afspel: ‘Troefcontrole’ Danny
20 oktober 2018 Kaartwaardering Tim
3 november 2018 Veel spelen en herhaling les 1 & 2 Danny
19 januari 2019 Tegenspel: ‘Dekken of niet?’ Tim
9 februari 2019 Verdedigen tegen hun 1NT opening Danny
23 februari 2019 Veel spelen en herhaling les 4 & 5 Tim

 

Geef u aub tijdig op. De eerste les staat gepland voor 15 september, dus voor die tijd zou erg prettig zijn.
Opgeven het liefst via ons email adres: dannyentimbridge@gmail.com
Voor meer informatie kunt u ook eventueel bellen met Danny: 06 81483832

Bij het opgeven kunt u aangeven of uw voorkeur uitgaat naar de ochtendsessie: 09.30 – 12.30 of de middag: 13.00 – 16.00.
Let op: Voor de doorgang van de training is een minimaal aantal van 24 deelnemers vereist. Eigenlijk halen we dat elk jaar gemakkelijk, maar mochten we dat onverhoopt niet halen dan krijgt u daar uiterlijk een week voor de eerste training, dus 8 september bericht over.

Hopelijk tot bij de Subtoptraining!

Tim Verbeek en Danny Molenaar

4e kleur en verder

Doelen van de les:
Wat is de vierde kleur?
Wanneer gebruik je de 4e kleur?
Waarom gebruik je de 4e kleur?
Hoe ga je verder na de 4e kleur?

Wat is de vierde kleur?
De 4e kleur is letterlijk de vierde nieuwe kleur die genoemd wordt, maar:
– Het geldt alleen als er maar 1 partij biedt en de tegenpartij past (of doubleert)
– NT telt niet mee als kleur
– Ook als je bijvoorbeeld 1♣ vanaf een dubbelton opent telt het als een kleur

Bijvoorbeeld:
1♣ p 1♥ p
1♠ p 2♦ = 4e kleur

1♦ p 1♠ p
1NT p 2♣ = geen 4e kleur; NT telt niet mee

1♦ 1♥ 1♠ p
2♣ = geen vierde kleur; de tegenpartij biedt mee met een kleur

1♣ X 1♥ p
1♠ p 2♦ = 4e kleur; de tegenpartij biedt mee maar heeft geen kleur genoemd

Uitzondering
De meeste paren spelen dat de 4e kleur pas geldt vanaf het 2 niveau, dus:
1♣ p 1♦ p
1♥ p 1♠ = geen 4e kleur maar echt
2♠ = 4e kleur; omdat 1♠ echt is wordt 2♠ de 4e kleur

Wanneer en waarom gebruik je de 4e kleur?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet je goed snappen wat de vierde kleur precies inhoudt. Dat is misschien nog wel het allerbelangrijkste van deze les.

De 4e kleur maakt het bieden MF, met als doel om informatie aan partner te vragen of informatie aan partner te geven.

Dat is een hele mond vol, dus ik zal nader specificeren.
Het MF stuk spreekt voor zich, je mag niet meer passen onder de Manche. Voorwaarde voor het gebruik van de 4e kleur is dus dat je samen met partner manche punten hebt (of zoveel verdeling dat je daarmee kan compenseren).

Veelal wordt de 4e kleur gebruikt om informatie te vragen, met name een stop in de 4e kleur. Bijvoorbeeld:

♠ A43
♥ HV82
♦ 862
♣ AB8

1♣ p 1♥ p
1♠ p ?

Je hebt genoeg punten voor de Manche, maar geen fit. Je wil geen 3NT bieden, want je hebt geen ruitendekking. Met de 4e kleur vraag je om een dekking in ruiten bij partner.

Ook kan het zijn dat je vraagt naar een driekaart steun bij partner, op zoek naar de 5-3 fit. Bijvoorbeeld:

♠ A43
♥ HV1082
♦ 862
♣ AB

1♣ p 1♥ p
1♠ p ?

Je hebt wederom genoeg punten voor de Manche en nog geen fit gevonden. Maar partner kan nog best een driekaart harten hebben. Je biedt 2♦, 4e kleur, om te vragen naar een dekking in ruiten of een driekaart harten.

Wat gaat voor?
Over het algemeen gaat de informatie die je met het laagste bod kan geven voor. In bovenstaand voorbeeld:

1♣ p 1♥ p
1♠ p 2♦ p
2♥ = driekaart ♥, kan nog een ♦ dekking hebben
2NT = ruitendekking, geen driekaart ♥

Niet alleen informatie vragen, maar ook geven
Ik zei eerder: ‘De 4e kleur maakt het bieden MF, met als doel om informatie aan partner te vragen of informatie aan partner te geven.’
Het stukje informatie vragen is helder denk ik, dat wordt ook het meeste gebruikt. Maar de 4e kleur is ook een belangrijk middel om informatie te geven. Kijk eens naar dit voorbeeld:

♠ AV43
♥ HVB8
♦ 862
♣ AB

1♣ p 1♥ p
1♠ p ?

Partner heeft geopend en je hebt een prachtige kaart met wel 17 punten. Niet genoeg om in je eentje naar slem te gaan (tenzij je van gokken houdt), maar te veel om niets te onderzoeken. Partner heeft een vierkaart schoppen getoond met zijn 1♠ bod, dus we hebben fit. Oftewel: Speelsoort gevonden, niveau nog onbekend.

Nu zijn we aan de beurt om te bieden en we willen de schoppens vaststellen, wat zijn de opties?

1♣ p 1♥ p
1♠ p 2♠ = 6-9 punten; to play
3♠ = 10-11 punten; invite
4♠ = 12-15 punten; afmaken in de Manche
4NT = azen vragen; kan alleen als je zeker weet dat je naar slem wil

Eigenlijk zijn al deze biedingen ongeschikt.
Hier komt de 4e kleur dus weer om de hoek kijken. We maken het bieden MF en gaan daarna vertellen.

1♣ p 1♥ p
1♠ p 2♦ p
2NT p 3♠ = 16+ punten en ♠ fit; we gaan op slemonderzoek

Partner gaf met 2NT aan dat hij een ruitendekking heeft. Goed om te weten, maar ons doel was niet vragen, maar vertellen. Met 3♠ hebben we onze sleminteresse verteld. Hierna is er bijvoorbeeld nog ruimte voor controlebiedingen, waarmee het slemonderzoek kan starten.

Meer vertellen
Als je fit hebt gevonden in een hoge kleur ben je in principe klaar. Met een lage kleur is het iets ingewikkelder, want je eerste doel is dan onderzoeken of je naar NT kan. Soms wil je dus je fit in een lage kleur vertellen, maar niet voorbij 3NT. Je wil partner de keuze geven tussen 3NT en 5♣/♦. Bijvoorbeeld:

♠ AV43
♥ 98
♦ V6
♣ AB974

1♦ p 1♠ p
2♣ p ?

Je hebt weer genoeg punten voor de Manche en je hebt klaverfit. 3♣ is geen optie, want dat is inviterend (10-11 punten) en partner mag passen met een minimum. Verder weten we ook helemaal nog niet of we wel in ♣ willen spelen, NT is ook een optie en scoort beter.

We starten dus met de 4e kleur, 2♥.

1♦ p 1♠ p
2♣ p 2♥ p
2NT p ?

Partner geeft met 2NT een dekking in ♥ aan. Wordt het dus 3NT?
Alles hangt af van de kwaliteit van de hartenstop. Als partner bijvoorbeeld A2 heeft hoef ik nog niet per se naar NT. Maar als partner AHB heeft dan wel. We hebben meer informatie nodig en tegelijkertijd kunnen we ook partner wat extra informatie geven.

1♦ p 1♠ p
2♣ p 2♥ p
2NT p 3♣ = MF met klaverfit;
We zijn in eerste instantie nog op zoek naar de beste manche, mogelijk ook naar slem.

Opmerking: Dit belooft niet per se 16+ punten, zoals eerder met 3♠. Een fit in de lage kleur werkt anders dan die in de hoge kleur, omdat NT nog onderzocht dient te worden.

Heeft partner:

♠ 2
♥ HV10
♦ HB862
♣ H652

Dan gaat hij naar 3NT.

Maar met:

♠ 92
♥ A2
♦ HB862
♣ HV52

Zal hij niet voor 3NT kiezen maar voor 4♣, waarna jij het afmaakt op 5♣.

Hoe ga je verder na de 4e kleur?
We zagen net een paar voorbeeld biedverlopen na de 4e kleur. Soms is het simpel, soms is het iets moeilijker. Voornamelijk als je geen simpel antwoord kan geven op de vraag, of zelfs dan nog niet zeker weet wat het juiste eindcontract moet worden. Reken er maar op dat je niet altijd in het beste eindcontract gaat eindigen. Wel gaan we ons best doen om er zo vaak mogelijk te komen natuurlijk.

Natuurlijk verder bieden + rommelbod
Verder bieden na de vierde kleur gaat zo natuurlijk mogelijk. Als je een kleur biedt heb je iets in die kleur te vertellen. Bijvoorbeeld:
1♦ p 1♠ p
2♣ p 2♥ p
2♠ = driekaart ♠
2NT = ♥ dekking
3♣ = extra ♣ lengte 5-5
3♦ = extra ♦ lengte 6-4
3♥ = vierkaart ♥ 0454

Maar wat nou als je helemaal niets te vertellen hebt? Bijvoorbeeld:

♠ 92
♥ 52
♦ HB862
♣ AHB2

1♦ p 1♠ p
2♣ p 2♥ p
?
Geen enkel bod is van toepassing. Geen 3♠, geen dekking, geen extra lengte.
Je moet dus een bod hebben dat zegt: ‘Ik heb niets te vertellen.’ Een zogenaamd ‘rommelbod’.

Gemakkelijke oplossing; moeilijke oplossing
Je zit met een probleem en daarvoor is een oplossing vereist. Zoals wel vaker bij bridge, kan je het jezelf zo moeilijk maken als je zelf wilt. Ik ga twee oplossingen voordragen, een gemakkelijke en een moeilijke oplossing, met daarbij de voor en nadelen. Je kunt zelf kiezen welke jouw voorkeur heeft.

Gemakkelijke oplossing voor het rommelbod
De vierde kleur ophogen betekent dat je niets te vertellen hebt, het rommelbod.

In het voorbeeld van net betekent dat:

1♦ p 1♠ p
2♣ p 2♥ p
2♠ = driekaart ♠
2NT = ♥ dekking
3♣ = extra ♣ lengte 5-5
3♦ = extra ♦ lengte 6-4
3♥ = Rommelbod, niets te melden

Voordeel: Het is simpel te onthouden
Nadeel: Je neemt veel ruimte weg, want je zit nu betrekkelijk hoog. Partner kan ook weinig meer vertellen.

Moeilijke oplossing voor het rommelbod
Je kiest een laag en optimaal bod dat zijn natuurlijke betekenis verliest en het rommelbod wordt.

In het voorbeeld van net betekent dat:

1♦ p 1♠ p
2♣ p 2♥ p
2♠ = Niets te melden, rommelbod
2NT = ♥ dekking
3♣ = extra ♣ lengte 5-5
3♦ = extra ♦ lengte 6-4
3♥ = vierkaart ♥ 0454
3♠ = driekaart ♠

Nog een voorbeeld:

1♣ p 1♥ p
1♠ p 2♦ p
2♥ = driekaart ♥
2♠ = niets te melden, rommelbod (want extra ♠ lengte heb je maar zelden, zie 3♠)
2NT = ♦ dekking
3♣ = extra ♣ lengte 4-5 of 4-6
3♦ = vierkaart ♦ 4144 of 4045
3♠ = 5♠ en dus 6♣ (anders open je 1♠)

Voordeel: Je zit lager, dus hebt meer ruimte om uit te zoeken wat het optimale contract moet worden.
Nadeel: Er zijn veel verschillende 4e kleur situaties en je moet dus steeds bepalen welk bod het rommelbod wordt. Dat is lastiger, kost wat voorbereiding van je partnership en zou in de praktijk wel eens mis kunnen gaan.

Biedwedstrijd 4e kleur
West                                                                            Oost

1: West deler                            1♣                              1: West deler          1♥
♠ HV43                                     1♠                                  ♠ A7                    2♦
♥ A52                                       2♥                                  ♥ H10983           4♥
♦ A3                                          p                                    ♦ 762
♣ 8653                                                                           ♣ HV4

2: West deler                             1♥                              2: West deler          1♠
♠ 8                                            2♣                                 ♠ AH43                3♣
♥ AB764                                    p                                  ♥ 32
♦ HB7                                                                            ♦ 1042
♣ VB92                                                                          ♣ H1084

3: West deler                             1♣                              3: West deler          1♦
♠ A872                                      1♠                                  ♠ HV                    2♥
♥ 8                                            3♣                                  ♥ B62                  5♣
♦ H4                                          p                                    ♦ VB854
♣ HV10854                                                                     ♣ AB2

4: Oost deler                               –                                 4: Oost deler          1♣
♠ 72                                           1♦                                  ♠ AV43                 1♥
♥ V43                                         2♠                                  ♥ HB82                2NT
♦ AH872                                    3NT                                ♦ 2                       p
♣ A102                                                                            ♣ VB93

5: Oost deler                               –                                 5: Oost deler           1♦
♠ HV93                                       1♥                                  ♠ B1053               1♠
♥ HV97                                       2♣                                  ♥ A43                   2♥
♦ VB                                           2♠                                   ♦ AH952              4♣
♣ A106                                       4NT                                ♣ 5                       2 azen, slem

6: Oost deler                                                                  6: Oost deler
♠ HVB8                                       –                                    ♠ 3                        1♥
♥ H2                                          1♠                                   ♥ AV843               2♣
♦ 83                                           2♦                                   ♦ HV10                 2NT
♣ HV754                                    3♣                                  ♣ B962                 3NT

Hand-out Forcing pas op deelscore niveau

Forcing pas op Manche niveau wordt veel besproken. Bieden we nog over hun manche of niet? Redden wij, of redden zij? Zelfs op slemniveau komt het voor en dan is het nog belangrijker dat je goede afspraken hebt.
Maar op deelscore niveau heeft niet iedereen goede afspraken. Er is ook niet zo veel over geschreven.

Situaties
– Zij doubleren onze NT en wij redoubleren voor business
– Zij doubleren onze 1M opening en wij redoubleren voor business
– Wij doubleren hun zwakke NT en zij lopen weg
– Wij doubleren hun deelscore en zij lopen weg
– Wij doubleren hun 2-kleurenspellen voor punten met de intentie om tegen te spelen

We kijken naar bovenstaande situaties. De eerste twee situaties lijken veel op elkaar. De derde en vierde hebben ook overeenkomsten.

Redoublet
1M   (X) XX = ongeveer 10+ punten
1NT (X) XX = ongeveer 8+ punten

Normaliter redoubleer je vanaf inviterende waardes. Je hebt nog geen fit en je eerste doel is om te kijken of je de tegenstanders kan doubleren.

Het is dus van belang om af te spreken of je hierna strafdoubletten of take-out doubletten speelt.

1♠ (X) XX (2♣)
X =
Pas =

Als doublet straf is suggereert pas een kaart waarmee je open staat voor een bod.
Als doublet take-out is suggereert pas een strafpas.

Als je sowieso niet wil tegenspelen kan je altijd passen en daarna weglopen.

Maar mag partner passen op jouw pas? Dat is natuurlijk de hamvraag.

Forcing
Ik stel voor dat uitpassen niet mag. Het bieden is Forcing tot 2 in de geopende kleur, dus:

1♥ (X) XX = forcing tot 2♥
1♠ (X) XX = forcing tot 2♠
1NT (X) XX = forcing tot 2NT

Voorbeelden
1NT (X) XX (2•)
P = F

1NT (X) XX (2•)
p = F (p)

2♥ = F
2NT = NF, inviterend
3♣ = NF, inviterend

1♥ (X) XX (2♣)
p = F (p)

2♦ = F
2♥ = NF, inviterend

Wij doubleren hun 1NT voor straf
Niet iedereen speelt strafdoubletten op een sterke 1NT opening, maar tegen een zwakke 1NT opening zou iedereen dat in ieder geval wel moeten doen. Zo niet, dan maak je het de tegenstanders veel te goedkoop en komen ze er altijd mee weg. Maar hoe gaan we daarna verder?

Achter
Als je 1NT doubleert en ze lopen weg heb je een prettige situatie gecreëerd. Echter, je ligt wel achter qua informatie. De partner van de 1NT openaar weet precies hoeveel punten zijn partij heeft, jullie weten dat niet. Doublet belooft over het algemeen tenminste zoveel punten als de bovenkant van de 1NT opening, maar dat aantal is niet gelimiteerd. Je zit dus niet in een ‘veilige’ situatie, maar je wil je ook niet de kaas van het brood laten eten. Probeer dus een winnende combinatie te vinden tussen hen doubleren en jouw eigen (kwetsbare) manche te bieden.

Geen waterdichte aanpak
Helaas is het verdedigen tegen een zwakke 1NT zo moeilijk dat er geen aanpak is die altijd werkt. Wel kan je jezelf helpen door goede afspraken te maken.

1:
(1NT) X (2♣) X =
Pas =
2:
(1NT) X (2♥) X =
Pas =

Sowieso moet wederom helder zijn of doublet straf of take-out is. Verder moet je afspreken of Pas Forcing is. Het is in dit biedverloop helemaal nog niet zo zeker dat jouw partij (ruim) de meerderheid van de punten heeft:

1NT (X) …
10-12
♠ 742
♥ H32
♦ V2
♣ VB1083

Ik zou 2♣ bieden, want je hebt geen idee hoe 1NTX afloopt. Wel zitten er 8 punten, dus de punten kunnen 20/20 verdeeld zitten.

Het nadeel van een Forcing pas is dat je jezelf forceert om te bieden of om hen te doubleren. Het voordeel is dat je veel flexibeler bent. Een doorslaggevend argument is de ‘straf’ wanneer het mis is. Als 2♣X gehaald wordt kost dat je -180 punten, als 2♥X gehaald wordt kost dat -470.

Daarom kiezen veel paren voor de regel:

(1NT) X = Forcing tot 2♥ (of t/m 2♦)

Dat maakt pas in het eerste biedverloop Forcing en in het tweede biedverloop NF.

Transfer Lebensohl
Om je verdere constructieve bieden te helpen zou je in al deze biedverlopen Transfer Lebensohl kunnen spelen:

(1NT*) X (2♥)

2♠ = to play
2NT = Lebensohl, MF ♣ of zwak ♣ of ♦
3♣ = 5+♦ invite+
3♦ = Stayman bv, maar GF minors kan ook als je take out X speelt
3♥ = 5+♠ invite+
3♠ = 3NT bod zonder dekking
3NT = to play

Als je dit gaat spelen is het goed om duidelijke afspraken te maken over wanneer wel en wanneer niet.

(1NT*) p (2♥) X
(p) …
Geldt het hier ook?

(1NT*) p (2♣*) X
(2M) …
En hier?

(1NT*) X (2♣) 2NT = ?
Wat is 2NT in dit biedverloop? Of bied je het gewoon nooit?

Wij doubleren hun deelscore en ze lopen weg
Bijvoorbeeld:
1♣ (1♠) p (p)
X    (p)  p (2♦)
P =
X =

1♣ (1♠) p (p)
X   (p)   p (XX sos)
P  (2♦)

P =
X =

Sowieso met helder zijn wat doublet is, straf of take-out. Daarnaast is het belangrijk dat je afspraken maakt of de pas Forcing is of NF.

Dit is niet zo een heldere situatie. Het uitpassen van 1♠X kan best uit armoede zijn gebeurd:
♠ HB973
♥ V82
♦ 852
♣ 84

Je past maar omdat je weinig betere alternatieven ziet en dit zal niet zo snel gehaald zijn.

Maar ook met een hele sterke hand:
♠ AV975
♥ A4
♦ 982
♣ HB3

Met de eerste hand hoop je niet dat de situatie nu Forcing is, met de tweede is dat wel prettig.

Regels
Een goede regel is:
– Doublet wordt straf als we de tegenstanders al gedoubleerd hadden uitgepast.
– Het bieden is NF

Als alternatief zou je weer kunnen spelen dat het bieden Forcing is tot 2♥, maar zelf speel ik dat niet.

2-kleurenspellen
Verdedigen tegen 2-kleurenspellen is niet zo heel lastig. Jouw voordeel is dat je meerdere cuebids ter beschikking hebt dus zowel Forcing als NF nieuwe kleuren aan kan bieden. Daarnaast bieden ze meestal een kleur die ze niet gaan spelen, dus je komt zeker nog een keer aan de beurt.

De meeste mensen spelen dat Doublet punten belooft en de intentie om tegen te spelen.

1♥ (2♥ ♠+m) X = punten

Maar is het bieden hierna Forcing? En zo ja, tot waar?

1♥ (2♥) X (2♠)
P =
X =

Omdat Doublet punten belooft kan je hier de situatie prima als Forcing spelen.

Regel:
– Doublet op een 2-kleurenspel is Forcing tot 2NT.

Doublet kan zowel take-out als straf zijn, kwestie van afspraak.

Deze regel kan je op verschillende biedverlopen van toepassing laten zijn, bijvoorbeeld:

1NT (2♣*)   X = Forcing tot 2NT
1♦    (2♦*)   X = Forcing tot 2NT
1♥    (2NT) X = Hierna NF

3e kleur Manche Forcing

In de structuur van het huidige (ongestoorde) bieden is de opening simpel, het bijbod vrij gemakkelijk, maar vanaf het derde bod wordt het lastiger. Voor beginnende bridgers is het specificeren van de hand, wat met het derde bod gebeurt, een lastige opgave. Hoeveel punten beloof je nou precies? Is dit bod forcing of niet? Hoeveel kaarten beloof je in elke kleur?

Gevorderde bridgers beheersen de theorie beter, voor hen zou het derde bod minder problemen moeten veroorzaken. Maar na het derde bod heeft de antwoordende hand de meeste informatie en daarmee vaak de leiding over het bieden. Hier wordt niet alleen verwacht dat je de biedregels gebruikt, maar ook je inzicht. Dat is direct eindeloos veel moeilijker. Soms weet je al wat het eindcontract moet worden, dat is prima te doen. Maar als je nog op zoek moet naar meer informatie wordt het gelijk lastiger. Je hebt een bod nodig dat (manche)forcing is en het bieden aan de gang houdt. Hiervoor zijn gelukkig trucs bedacht.

4e bod Forcing
Welke truc er door de antwoordende hand met zijn vierde bod wordt gebruikt is afhankelijk van het biedverloop:

(• = ruiten…)
1♣ 1♥
1♠ 2• = 4e kleur

1♣ 1♥
1NT 2♣ = (2 way) Check Back Stayman

1♣ 1♠
2♣ ?

De vierde kleur is de bekendste manier om het bieden aan de gang te houden, de meeste mensen spelen dit als MF.

Check Back Stayman of 2-way CBS is populair onder gevorderde spelers, omdat je na een 1NT herbod geen 4e kleur hebt (er zijn er tenslotte pas 2 geboden).

In het derde biedverloop zijn ook pas 2 kleuren geboden, er is dus geen vierde kleur. En nu starten de problemen voor veel spelers, als ze geen goede verdere afspraken hebben. Hoe sterk zijn alle biedingen nu? Hoe kom ik achter dekkingen? Hoe kom ik achter slem?
De simpelste oplossing is de 3e kleur Forcing.

3e kleur Forcing
Wanneer?
1m 1M
2m …

Wat?
Het eerst volgende bod in een nieuwe kleur is MF en zegt verder helemaal niets (net als de 4e kleur).

Voorbeelden:
1♣ 1♥
2♣ 2• = 3e kleur MF, zegt niets en vraagt info

1• 1♥
2• 2♠ = 3e kleur MF, zegt niets en vraagt info

Hele rijtje:
1♣ 1♥
2♣  …

2• = Any MF
2♥ = To Play
2♠ = MF 5+♥ 4♠ (MF want reverse)
2NT = Invite
3♣ = Invite
3• = Invite 5-5
3♥ = Invite 6♥ (zijn ook mensen die dit als MF spelen)

Verder bieden na de 3e/4e kleur Forcing

Probleem 1:
♠ AH76
♥ AB9
• 42
♣ A653

1• 1♠
2♣ ?

Je wil graag aangeven dat je sleminteresse met klaverfit hebt, maar het liefst onder 3NT.
Je biedt dus 2♥ MF.

1• 1♠
2♣ 2♥
3• ?

Partner biedt 3•. Wat nu?

Partner kan hebben:
1:
♠ V2
♥ V
• AHV1082
♣ B974

Doe mij maar 3NT.

2:
♠ 32
♥ 2
• AH10863
♣ HVB4

7♣ Is een prima contract.

Je moet een beetje gokken en dat komt door het 3• bod. Misschien vind je hand 1 sowieso ongeschikt voor 3• dat kan. Het is prettig als de openaar zo vaak mogelijk zo veel mogelijk ruimte over laat. Bied dus met hand 1 en alles wat daar op lijkt 2♠. Dat bod zou een soort ‘waiting’ moeten zijn. Als partner dan fit heeft voor een lage kleur kan hij dat altijd op 3 niveau aangeven.

Probleem 2:
1• 1♥
2• ?

♠ AB7
♥ AB932
• B42
♣ H3

Je weet nog niet welke manche het moet worden, dus je biedt 2♠ MF.

1• 1♥
2• 2♠
3• ?

Wat voor type kaart geeft 3• aan? In principe geen dekkingen in klaver en schoppen. Maar dat geeft nog geen uitsluitsel voor welke manche het moet worden. Wat zouden de alternatieven zijn?

Ook nu zit je erg dus lastig. 3♥ is echt, 3♠ belooft meestal schoppens. 3NT is een optie, maar je hebt geen idee of dat goed is.

Visie:
Probeer als antwoord op de Forcing 3e/4e kleur zo laag mogelijk te bieden als je niets bijzonders te vertellen hebt. Dan geef je partner de ruimte om zelf ook eventueel nog iets te vertellen.

Hoe los je dat praktisch op? Zorg dat een zo laag mogelijk bod het ‘rommelbodje’ wordt.

Bijvoorbeeld:

1• 1♠
2♣ 2♥
2♠ = rommelbod, zegt niets over de ♠
2NT = dekking
3♣ = 5-5 goede kleuren
3• = 6-4 goede kleuren
3♥ = 0454
3♠ = 3 kaart ♠

1• 1♥
2• 2♠
2NT = dekkingen
3♣ = rommelbod
3• = hele goede 6 of 7 kaart •
3♥ = 3 kaart

Spreek samen af wat in elk biedverloop de betekenis van elk bod is.

Nieuwe theorie van Martens
Martens bedenkt geregeld trucs voor lastige situaties. Ook hier heeft hij iets bedacht:

1• 1♠
2• …

2♥ = verplicht tot 2♠, to play of elke invite
2♠ = MF, zegt nog weinig, vaak m steun
2NT = MF, positioneel
3♣ = MF 5-5
3• = beleefdheidssteuntje
3♥ = MF 5-5

1• 1♠
2• 2♥
2♠ …

pas = zwak met ♠
2NT = invite, natuurlijk
3• = invite
3♥ = invite 5-5

Het gaat natuurlijk om het 2♥ bod. Die truc werkt alleen als je schoppens hebt aangegeven als antwoordende hand, want anders is 2♥ to play:

1• 1♥
2• …

2♥ = to play
2♠ = MF any
2NT = invite
enz.

Hier gaat de truc dus niet op.

In feite kan je zeggen dat deze omkering altijd werkt wanneer het gaat:
1m 1♠
2m

En nooit als het gaat:
1m 1♥
2m

Voordeel:
Je kan meer handen bieden en zit positioneel vaak beter.

Nadeel:
Het gaat niet in alle situaties op en zorgt dus voor extra biedbagage. Grotere kans op misverstanden.

Hand-out Splinters

Doel:

Het doel van een splinter is gericht slem onderzoeken.

Voorwaarden:
A: Fit,
B: Manche Forcing,
C: Singleton of Renonce in geboden kleur

De splinter is ontwikkeld om slem in troef te onderzoeken, fit is dus noodzakelijk om te mogen splinteren. Heb je nog geen fit, dan ga je eerst op zoek naar fit.

Gezien een splinter gericht is op slemonderzoek, kan je alleen maar splinteren als je in ieder geval genoeg waardes hebt voor de manche. Een splinter is dus MF en slem-inviterend.

Een belangrijk wapen in troefcontracten is het maken van aftroevers. Korte kleuren komen daarbij goed van pas. Het meest waardevol is een korte kleur in een kleur waarin partner weinig punten heeft, dan kunnen de verliezers afgetroefd worden. Het aangeven van een splinter doe je dus vooral zodat partner zijn hand kan waarderen. Heeft hij weinig punten in de korte kleur dan is dat positief, heeft hij veel punten in de korte kleur dan is dat negatief.

Wanneer?
De bekendste splinter is de directe splinter. Bijvoorbeeld:

1♠ p 4♣ = splinter

of:

1♥ p 3♠ = splinter

Maar een indirecte splinter kan ook:

1♣ p 1♠ p
4• = splinter

Of:

1♠ p 2♥ p
4♣ = splinter

Een splinter met tussenbieden kan ook:

1♠ 2♣ 4♣ = splinter

Of:

1♣ p 1♠ 2•
4• = splinter

Wat valt op aan deze splinters?
A: Het bod zit tussen 3 en 4 in de troefkleur
Meestal zit je op 4 niveau, maar het 3♠ bod wanneer harten de troefkleur is, is de uitzondering.

1♠ p 4♣ = splinter
1♥ p 3♠ = splinter

B: Fit vaststellen met sprong
Als de fit nog niet vastgesteld was, is er meestal sprake van een dubbele sprong. De splinter stelt gelijk de troefkleur vast.

1♠ p 4♣ = splinter en dubbele sprong

De uitzondering is wanneer er tussengeboden is, dan is een enkele sprong voldoende, anders kom je te hoog.

1♠ 2♣ 4♣ = splinter en enkele sprong

Als er al fit was vastgesteld hoeft er niet dubbel gesprongen te worden, een enkele sprong is voldoende.

1♣ p 1♠ p
2♠ p 4• = splinter en enkele sprong

C: De fit is steeds in een hoge kleur.
Splinters met fit in een lage kleur kunnen ook wel, maar zijn minder gebruikelijk. Als daar sprake van is, is de fit meestal al vastgesteld.

1♠ p 4♣ = splinter
1♣ p 3♠ = geen splinter

Specifieker
MF en Fit zijn natuurlijk relatieve begrippen, omdat ze afhankelijk zijn van wat partner getoond heeft. Hier gaan we specifieker in op de voorbeelden.

Let op: De korte kleur is nooit een secce aas of heer!

Directe splinter
1♠ p 4♣ = 11-14 punten, 4+kaart ♠ en 0/1♣, bv:
♠ HB93
♥ A82
• HB982
♣ 4

Fit:
Een directe splinter belooft een vierkaart steun. Met 9 troeven samen kan je meer aftroevers maken.

Punten:
11-14

De korte kleur zorgt voor extra speelkracht, dus je kan met iets minder punten al MF bieden.
Waarom is de splinter ook aan de bovenkant gelimiteerd?
Omdat partner geen goed oordeel kan geven over het te halen aantal slagen als hij niet een goed beeld heeft van het gezamenlijke aantal punten.
Wat doe je met een sterkere splinter?
Probeer uitgesteld te bieden. Sommige paren bouwen trucs in waarbij deze handen in het 2NT antwoord zitten bijvoorbeeld.

Dezelfde voorwaarden gelden voor een splinter na tussenbod.
1♠ 2♣ 4♣ = 11-14 punten, 4+kaart ♠ en 0/1♣

Indirecte splinter
1♣ p 1♠ p
4• = 18+ punten, 4 kaart ♠, 0/1•, bv:
♠ AH82
♥ H97
• 3
♣ AHB93

Om MF te kunnen bieden tegenover een bijbod dat 6 punten belooft heb je zelf een zeer sterke hand nodig. Hier hoef je geen 9 kaart fit te beloven, want openaar heeft maar zeer zelden een vijfkaart ♠ (anders had hij die wel geopend).

1♠ p 2♥ p
4♣ = 14+ punten, 4 kaart ♥, 0/1 ♣, bv:
♠ A9832
♥ AVB2
• HB8
♣ 4

Hier heeft partner geen 6+, maar 10+ belooft (en als je 2 over 1 MF speelt zelfs 12+). Een splinter hoeft dus geen 18 punten meer te beloven, een goede opening met 14 punten is genoeg.

1♣ p 1♠ p
2♠ p 4• = 14+ punten, 4+ kaart ♠, 0/1•, bv:
♠ HV972
♥ AH32
• 3
♣ VB9

Openaar is gelimiteerd, 12-14 punten, dus je moet een sterke kaart hebben wil slem een optie zijn. Vaak zal je een vijfkaart ♠ hebben, maar dat is niet verplicht. Als je bijvoorbeeld een goede zijkleur hebt kan een vierkaart ook.

Splinter, ja of nee?
Geeft het volgende biedverloop een splinter aan, of niet?
1: 1♣ p 3♥ = ?

2: 1♠ p 3♥ = ?

3: 1♥ p 4♣ = ?

4: 1NT p 4♣ = ?

5: 1♠ p 2♣ p
3♥ = ?

6: 1♣ p 1♥ p
3♠ = ?

7: 1♠ 2♣ 3♣ = ?

8: 1♥ p 1♠ p
3♣ = ?

9: 1♣ p 1♥ 1♠
3♠ = ?

10: 1♣ p 1♠ p
4♣ = ?

Antwoorden:
1: 1♣ p 3♥ =
Geen splinter, we splinteren niet na een 1 laag opening

2: 1♠ p 3♥ =
Geen splinter, dit is een enkele sprong ipv een dubbele sprong. 4♥ kan je wel afspreken als splinter.

3: 1♥ p 4♣ =
Splinter, dubbele sprong

4: 1NT p 4♣ =
Geen splinter, er is nog geen echte kleur geboden

5: 1♠ p 2♣ p
3♥ =
Geen splinter, dit belooft echte hartens. 4♥ zou je evt af kunnen spreken als splinter

6: 1♣ p 1♥ p
3♠ =
Splinter, dubbele sprong

7: 1♠ 2♣ 3♣ =
Geen splinter, er is geen sprong. 3♣ vraagt om een stop, maar 4♣ is wel splinter.

8: 1♥ p 1♠ p
3♣ =
Geen splinter, dit is 18+ en echt. 4♣ zou wel splinter zijn.

9: 1♣ p 1♥ 1♠
3♠ =
Splinter, het is met sprong na tussenbieden.

10: 1♣ p 1♠ p
4♣ =
Geen splinter, je kan niet meer kort in ♣ zijn na een 1♣ opening.

Reageren op een splinter
Door middel van een splinter geeft partner aan dat hij een goede kaart heeft voor in ieder geval de manche, mogelijk zelfs slem. Hij vertelt ons waar hij kort is, zodat wij onze plaatjes beter op waarde kunnen schatten.

Welke holdings zijn goed of slecht?
Goed om te hebben in partners korte kleur:
– Alleen maar kleintjes, bv: 8743
– Alleen het aas, bv: A753

Slecht om te hebben in partner korte kleur:
– Punten zonder het aas, bv: H543, H102, HB82, HV52, HB102
– Heel veel punten bv: AVB, AHV, AHB4

Middelmatig om te hebben in partners korte kleur:
– Een plaatje, niet aas of heer bv: V862, V1072, VB643
– Aas en plaatje bv: AB92, AH43

Hoe gaan we verder na de splinter?
Als partner een splinter heeft geboden evalueer je je eigen kaart. Dan zijn er in feite 3 opties mogelijk:
1: Je hebt een goede kaart en wil naar slem.
2: Je hebt een slechte kaart en wil afzwaaien.
3: Je hebt een redelijke kaart, maar weet het nog niet zeker.

1: Als je naar slem wil vraag je azen met 4NT. Als er genoeg zijn kies je voor slem of kan je eventueel zelfs groot slem onderzoeken.
Bijvoorbeeld:
1♠ p 4♣ p
4NT = azen vragen

2: Als je een slechte kaart hebt en wil afzwaaien bied je de manche.
Bijvoorbeeld:
1♠ p 4♣ p
4♠ = afzwaaien

3: Als je een redelijke kaart hebt maar het nog niet zeker weet, probeer je partner nog eens mee te laten denken. Was hij minimaal of maximaal voor zijn splinter? Hoe doen we dat dan? Met biedingen in de ruimte tussen de splinter en de manche.
Bijvoorbeeld:
1♠ p 4♣ p
4• = Ik weet het nog niet

Van deze drie opties is de laatste veruit de lastigste, omdat je probeert af te tasten of je genoeg hebt voor slem. Dat gaat wel eens goed en dat gaat wel eens mis. Er wordt veel gevraagd van je kaartwaardering en soms moet je een beetje mazzel hebben.

Oefenen met voorbeelden
Je opent 1♠, partner splintert met 4♣. Wat zou je bieden met de volgende kaarten?

1♠ p 4♣ p
1:
♠ AV1092
♥ AH4
• H3
♣ 942

2:
♠ V9752
♥ A5
• 974
♣ AHB

3:
♠ HB9752
♥ A2
• A2
♣ V42

4:
♠ AB1082
♥ 983
• A3
♣ HB3

5:
♠ HV985
♥ A3
• 94
♣ AB32

Antwoorden
1♠ p 4♣ p
1:
♠ AV1092
♥ AH4
• H3
♣ 942
4NT, azen vragen. Je hebt veel punten en weinig in partners korte kleur. 2 Azen bij partner is genoeg.

2:
♠ V9752
♥ A5
• 974
♣ AHB
4♠, afzwaaien. Je hebt te veel punten in de korte kleur en te veel verliezers in de overige kleuren.

3:
♠ HB9752
♥ A2
• A2
♣ V42
4NT azen vragen. V42 in klaver is niet zo mooi, maar de rest is goud! Partner moet 11-14 punten hebben buiten de klavers, dikke kans dat je slem haalt.

4:
♠ AB1082
♥ 983
• A3
♣ HB3
4♠ afzwaaien. Een vreselijke kaart. Minimaal in punten en de verkeerde punten in klaver.

5:
♠ HV985
♥ A3
• 94
♣ AB32
4♥ Ik weet het niet. Je kaart is redelijk, maar partner heeft nog wel de goede punten nodig. Met 4♥ geef je gelijk aan dat je niets in ruiten hebt.

Voorbereiding splinters

Voorbereiding Subtoptraining ‘Splinters’

Doel:

Het doel van een splinter is gericht slem onderzoeken.

Voorwaarden:

A: Fit,
B: Manche Forcing,
C: Singleton of Renonce in geboden kleur

De splinter is ontwikkeld om slem in troef te onderzoeken, fit is dus noodzakelijk om te mogen splinteren. Heb je nog geen fit, dan ga je eerst op zoek naar fit.

Gezien een splinter gericht is op slemonderzoek, kan je alleen maar splinteren als je in ieder geval genoeg waardes hebt voor de manche. Een splinter is dus MF en slem-inviterend.

Een belangrijk wapen in troefcontracten is het maken van aftroevers. Korte kleuren komen daarbij goed van pas. Het meest waardevol is een korte kleur in een kleur waarin partner weinig punten heeft, dan kunnen de verliezers afgetroefd worden. Het aangeven van een splinter doe je dus vooral zodat partner zijn hand kan waarderen. Heeft hij weinig punten in de korte kleur dan is dat goed nieuws, heeft hij veel punten in de korte kleur dan is dat slecht nieuws.

Wanneer?
De bekendste splinter is de directe splinter. Bijvoorbeeld:

1♠ (p) 4♣ = splinter

of:

1♥ (p) 3♠ = splinter

Maar een indirecte splinter kan ook:

1♣ (p) 1♠ (p)
4• = splinter

Of:

1♥ (p) 2NT (♥ fit) (p)
4♣ = splinter

Een splinter met tussenbieden kan ook:

1♠ (2♣) 4♣ = splinter

Of:

1♣ (p) 1♠ (2•)
4• = splinter

Wat valt op aan deze splinters?

A: Het bod zit tussen 3 en 4 in de troefkleur
Meestal zit je op 4 niveau, maar het 3♠ bod wanneer harten de troefkleur is, is de uitzondering.

1♠ p 4♣ = splinter
1♥ p 3♠ = splinter

B: Fit vaststellen
Als de fit nog niet vastgesteld was, is er sprake van een dubbele sprong. De splinter stelt gelijk de troefkleur vast.

1♠ p 4♣ = splinter en dubbele sprong

De uitzondering is wanneer er tussengeboden is, dan is een enkele sprong voldoende, anders kom je te hoog.

1♠ 2♣ 4♣ = splinter en enkele sprong

Als er al fit was vastgesteld hoeft er niet dubbel gesprongen te worden, een enkele sprong is voldoende.

1♣ p 1♠ p
2♠ p 4• = splinter en enkele sprong

C: De fit is steeds in een hoge kleur.
Splinters met fit in een lage kleur kunnen ook wel, maar zijn minder gebruikelijk. Als daar sprake van is, is de fit al vastgesteld.

1♠ p 4♣ = splinter
1♣ p 3♠ = geen splinter

Tot zaterdag!

Danny Molenaar

Hand Out Verdedigen vs Zwakke 2

Doublet
– Op bekende kleur (zwakke 2 / Muiderberg)
Normaal doubleren
– Op onbekende kleur (Multi)
Doubleer met een opening ‘Meckwell’
– Op Transfer (2K = zwak ruiten)
Doubleer met een opening, hun kleur = t/o

Verder na Doublet
(2♥) X (p) …

Opties:
– Alles echt
– Lebensohl
– Omgekeerde Lebensohl (2NT = good)
– Transfer Lebensohl

2M volgbod
– Het volgbod is gelimiteerd tot ongeveer 17 en belooft vanaf een opening.
– Let op dat als je na de Multi volgt met 2M je moet afspreken wat je cuebid wordt. De meeste mensen spelen dat de andere M dan cuebid wordt.

Verder na een 2M volgbod
(2♥) 2♠ (p) …

Opties:
– Alles echt, 3X = MF
– Transfers
– Alles echt, 2NT = F

Cuebid op 2 niveau
Over transfer preëmpts of alles dat daar op lijkt, zoals 2♣ = zwak ♦ of sterk, heb je meer opties:

(2♣)
2♦ = Echt take out
X = vooral punten

Bij team oranje wordt gespeeld dat 2♦ tenminste een 54 M belooft.

Andere vraag: Hoe speel je (2♣) 3♦ = ?
Opties:
– Vraagt stop
– Zwak in ruiten, als je kan zien dat de opening sterk is
– 5-5 Majors (zie het stuk verderop over cuebid)

Volgbod op 3 niveau zonder sprong
Het volgbod op 3 niveau zonder sprong belooft een goede opening en ondanks dat het een vijfkaart kan zijn meestal een zeskaart.

Verder na 3m volgbod
– Een nieuwe kleur op 3 niveau is F
– Cuebid vraagt stop

Maar hoe doe je dit na Multi?
(2♦*) 3♣ (p) …
Is een nieuwe kleur echt of een stop?

Spreek af:
(2♦*) 3♣ (p)
3♦ = op zoek naar dekkingen
3M = 5+ en F

(2♦*) 3♦ (p) 3M = Waardes, kan echt of dekking zijn

Volgbod op 3 niveau met sprong
Volgens de theorie belooft een volgbod met sprong 15-17 punten en een zeskaart. De bovengrens van een volgbod op 2 niveau, waarmee je hoopt dat partner niet past.

Wij spelen:
Kwetsbaar sterk 15-17 6 kaart
Niet Kwetsbaar zwak 5-9 (6)7 kaart

Volgbod op 4 niveau
Een volgbod van 4m moet de Wereld Conventie ofwel Leaping Micheals zijn. Hetzelfde geldt na een preempt op 3 niveau.

Speel na 2/3♦/3♣ dat 4♣ = om + M, 4♦ = M+M

Een volgbod van 4M is altijd om te spelen.

Cuebid op 3 niveau
Ook als je de Wereld Conventie speelt is het goed om het cuebid op 3 niveau als een 2-kleuren spel te spelen. Omdat je lager zit kan je het met minder sterke handen bieden.

(2♥)
3♥ = 5♠ + 5m max 18 punten
4♣ = 5♠ + 5♣ 18+

Cuebid op 4 niveau
Na een zwakke m opening maakt het cuebid op 4 niveau deel uit van de Wereld Conventie.
Na een zwakke M opening is 4M een vreemd bod. Dat kan je, net als 4NT, voor de minors spelen. Je kan dan afspreken welke van de twee sterker is.

(2♥)
4♥ = minors (Sterker of zwakker dan 4NT)
4NT = minors

Situaties
In het verdere bieden zijn er nogal wat situaties die je doorgesproken moet hebben. Vooral als de derde man mee biedt.
F/NF en als F, MF of F1R?
X = take out of straf

Nieuwe kleur
Bij het bieden van nieuwe kleuren maak je onderscheid tussen de biedniveaus.
2 over 2 bv. (2♦) 2♥ (p) 2♠
3 over 2 bv. (2♦) 2♥ (p) 3♣
3 over 3 bv. (2♥) 3♣ (p) 3♠
De meeste mensen hebben als regel dat een nieuwe kleur op 3 niveau altijd F is, dus dan kan je dat hier ook spelen. Spreek het iig af.

3e hand doet mee
Hoe meer competitie, hoe moeilijker het vaak wordt.
(2♥) 3♣ (3♥) 3♠ = F?
Wat is het verschil met X?
Doublet zou moeten betekenen dat je genoeg punten hebt om te bieden, maar geen bod. Het belooft dus ook geen vierkaart schoppen.

(2♦*) 3♣ (3♥*) X = ?
Deze moet je goed afspreken. Take out op harten of straf op harten is nogal een verschil.
Ook hier moet doublet punten betekenen.

(2♦*) X (2♥*) X = ?
Hartens of juist niet? Het is gangbaar om dergelijke doubletten als t/o te spelen en te passen met hartens. Partner zal dan vaak nog eens doubleren.

(2♦*) X (3♥*) X = ?
Deze is gevaarlijker, want partner zal niet altijd durven openhouden op 3 niveau als je past.
Je kan hier spelen dat X take out is op de kleur die ze hebben. Meestal kan je namelijk heel goed zien welke kleur openaar heeft en na het volgende bod weet partner het ook.

(2♥) 2♠ (3♥)
X = ?
3♠ = ?
Je zou in het doublet de invite met schoppens kunnen doen, waarna het 3♠ bod nf is.

(2♥) X (3♥)
X = ?
3♠ = ?
Wat is het verschil tussen X en 3♠?
En is X MF?
Ook hier kan je afspreken dat na X alleen het 3♠ bod nf is.

(2♥) X (3♥) X
(p) 3♠ = F/NF?
4m = F/NF?
4♥ = ?
Volgens mij moet 3♠ nf zijn. Als je 4m als F speelt kan je 4♥ als slem going spelen. Wanneer 4m nf is moet 4♥ Choice of Games zijn.

Verder na Reverse

Basis
Een nieuwe kleur op 2-niveau bieden die partner heeft overgeslagen = reverse (16+)
Bijvoorbeeld:
1♣         1♠
2♦/♥

Al snel leer je om daarna Lebensohl (2NT) te spelen om het verdere bieden te vereenvoudigen.

1♣     1♠
2♥     …

2♠ = NF
2NT = Lebensohl, verplicht tot 3♣ tegenover 16-17, hierna alles NF
3♣ = MF
3• = 4e kleur
3♥ = MF
3♠ = MF goede kleur

Puur of getruukt?
In de pure variant is een reverse gewoon precies wat je verwacht.
In de getruukte variant zijn er handen aan de reverse toegevoegd, zoals bv:
– 18+ met 6+ klavers
– 18-19 balanced
– Handen met 3+ of 4+ kaart M fit

Waarom truc?
Na het simpele biedverloop:
1♣ 1♠
?

Zijn er gewoonweg meer handen die je wil aan kunnen geven dan beschikbare biedingen.
Zoals:

1:
♠ A2
♥ AV2
♦ 98
♣ AHV1083

2:
♠ 5
♥ HV1093
♦ 8
♣ AV9862

3:
♠ AV43
♥ 9
♦ AV8
♣ HB1084

4:
♠ HB54
♥ A3
♦ HV2
♣ AB54

Antwoordende hand vraagt
Een pure reverse heeft al redelijk wat opties:
– 16-17 of 18+ punten
– 4-5, 4-6, 5-6 kaart
– 3 kaart steun in M
Een getruukte versie heeft nog tenminste een extra optie.
Daarom vraagt de antwoordende hand met het opvolgende bod om meer info.
Dat is ook voor een pure reverse heel handig!

1♣            1♠ //
2♦ vs 2♥
– Als je een truc speelt, speel je die over het algemeen alleen in het 2♦ bod.
– Verder bieden na 2♦ is veel prettiger, omdat je een bodje lager zit
– Na 2♥ kan je ook vragen, maar dat werkt iets anders

1♣         1♠ //
2♦ …

2♥ = vraagbod, bied je met bijna elke hand
2♠ = to play
3♠ = MF zeer goede 6+ kaart ♠

1♣          1♠
2♦           2♥

2♠ = 16-17 punten reverse
rest = 18+ omschrijft de hand natuurlijk
extra = ruimte voor truc, bv:
– 2NT = ♠ fit (splinter of juist balanced)
– 3♣ = 18+ 6+kaart ♣

Verder na 16-17
1♣        1♠
2♦         2♥ vraagt
2♠ 16-17 …

2NT = Lebensohl
3♥ = 4e kleur
rest = MF en natuurlijk bieden

1♣         1♠ //
2♥
Ook hier is het onhandig om 2NT als Lebensohl te spelen. Dat kan simpelweg door 2♠ en 2NT op te draaien:
1♣          1♠
2♥ …

2♠ = Lebensohl
2NT = Forcing met 5+♠
Rest = MF, natuurlijk bieden en 4e kleur

1♣           1♠ //
2♥            2♠
Ook hier is het eerste bod zwak en de rest 18+. (Je hebt zelfs de mogelijkheid om onderscheid te maken tussen 16/17 – 18/19 en 20+)
1♣            1♠
2♥             2♠
2NT = 16-17, hierna 3X = NF
Rest = 18+
(Optie: 3♣ = 18-19, rest = 20+)

Samenvattend: Wanneer geldt wat?
Maak onderscheid tussen:
1: Vraag met 2♥
1♣              1♥/♠/NT
2♦

2: Draai 2♠ en 2NT om
1m               1♠/NT
2♥

3: Voor wie dit als echt en 18+ speelt, ook hier kan Lebensohl 2NT
1♣                1♥
2♠

Signaleren; Theorie en Praktijk

Investering
Goed en veel signaleren leidt tot winnend bridge, maar je betaald er een prijs voor. Die betaal je in energie en tijd. De tijd en energie die het kost om het proces zo veel mogelijk te automatiseren. Natuurlijk kan je zelf bepalen hoeveel je wil investeren, om tot het gewenste niveau te komen. Maar zorg dat je met partner op een lijn zit, dan krijg je later geen verwijten naar elkaar.

Stappen
Signaleren leer je te beheersen volgens bepaalde stappen:

– Eerst ben je vooral bezig het juiste signaal te geven
– Vervolgens ga je ook op partners signalen letten
– Eerst alleen in duidelijke situaties, zoals slag 1
– Vervolgens steeds vaker, ook in het vervolg van het spel
– Uiteindelijk weet je alle ‘kleintje kaartjes’ te plaatsen

Zorg dat jij en je partner van elkaar weten wat je beheerst, wat je moeilijk vindt en wat nog te ver gegrepen is.

Theorie

Tips:
– Afhankelijk van hoever je bent in je bridgeontwikkeling maak je veel of weinig afspraken. Neem niet te veel hooi op je vork.
– Maak afspraken waar je je prettig bij voelt, niet per se afspraken die beter zijn.

Welke signalen:
– Aan/af signaal
– Distributie signaal (heb je een even of oneven aantal kaarten)
– Kleurpreferentie signaal (welke van de overige kleuren wil je terug)

Hoe kan je signaleren:
Hieronder staan enkele mogelijkheden die regelmatig gespeeld worden:
• Aan af signaal
Hoog = aan; laag = af
Laag = aan; hoog = af
Oneven = aan; Even = af

• Distributie signaal (aantallen)
Hoog = even; Laag = oneven
Laag = even; Hoog = oneven

• Kleurpreferentie signaal
Lavinthal: Laag = laagste van overige kleuren
Romeins Lavinthal: Oneven = aan, Even = Lavinthal
Revolving Discards: Hoog = kleur boven discard

Mijn voorkeur gaat uit naar hoog = aan of laag = aan bij bekennen. Doe niets met even en oneven kaarten, want soms heb je alleen even of oneven kaarten en zit je vast.
Bij niet bekennen kan je vasthouden aan dezelfde signalen of overstappen op een iets gecompliceerder systeem, zoals Lavinthal, Romeins Lavinthal of Revolving Discards.

Welk signaal wanneer
De basis hiervoor is als volgt:
• Signaleer aan/af als partner een kleur speelt.
• Signaleer je aantal als de leider een kleur speelt.
• Signaleer kleurpreferentie als je introevers geeft en met een singelton of renonce op tafel (tegen troef).

Spreek goed met partner af wat jullie afspraken zijn!

Evalueren
De basis van beter worden in wat je doet is reflecteren en evalueren. Dat is niet anders voor bridge en in dit geval signaleren. Elke keer als zich een situatie voordoet waarvan je niet zeker bent, bespreek dat na. Dat kan heel kort na het spel, tussen de rondes, of aan het eind van de avond. ‘Dacht jij ook dat ♥2 aan was?’ ‘Speelden we in slag 2 nou aan/af of distributie?’ Simpel genoeg.

Ethiek
De belangrijkste regel bij signaleren is:

‘Een signaal is een signaal door de kaart die je speelt, nooit door de manier waarop je een kaart speelt.’

Tips:
– Probeer als leider de tijd te nemen als de dummie open gaat. Zowel voor je eigen speelplan als voor je tegenstanders.
– Probeer als tegenspeler na te denken over je signaal, maar alleen als je ook echt iets te denken hebt.

Haken en Ogen
– Probeer niet elke kaart als een signaal te zien, als je partner al heeft aangegeven wat hij heeft. Een belangrijke regel hiervoor is:
‘Alleen de eerste discard (niet-bekennen) is een signaal.’
– Let op dat een signaal soms ‘afgemaakt’ moet worden.
Bijvoorbeeld: De 5 kan hoog zijn van 543, maar ook laag van 765. Dat merk je door de volgende kaart die van die kleur gespeeld wordt.